donderdag 18 februari 2010

Interview in PGE_Scribbler

Vertaling van het interview in de PGE_Scribbler van february 2010:

Mijn naam is Désirée Dekkers. Ik woon in Nederland.

Ongeveer 33 jaar geleden had ik een tekenleraar op de HAVO, die erg geduldig was.
Hij, als artiest, wist maar al te goed dat inspiratie iets is wat naar eigen believen komt en gaat.
Ik zat dan ook weken achtereen op tafel mijn tijd weg te kletsen, tot dat de inspiratie kwam, waardoor ik elke vrije minuut bestede aan het tekenen.
 
Op een dag kwam mijn man een paar van die oude tekeningen uit mijn schooltijd tegen en hij was onder de indruk. En zo kwam het dat hij me 3 jaar geleden voor mijn verjaardag een startersset tekenmaterialen gaf.

Het 1e half jaar ben ik met die materialen gaan experimenteren. Ik was het meeste gefascineerd door de pastels. Ik had hiermee nog nooit gewerkt en toch voelde dat gelijk heel goed aan.
Ik nam ongeveer 10 lessen bij een plaatselijke kunstenaar en leerde zo hoe te werken met pastel op papier.

Ik word geïnspireerd door de impressionisten en andere grote schilders zoals William Henry Singer. Hij heeft ook met pastel op linnen gewerkt. Dat is iets wat ik zeker nog eens wil gaan proberen!
Daarnaast lees ik o.a. “The Pastel Journal” en ben ik lid van het Pastel Gilde Europa: Pastel Guild of Europe (PGE), om zo op die manier te leren van andere kunstenaars.
Wanneer ik maar kan bezoek ik tentoonstellingen van pastelschilderijen in mijn omgeving.

Voor mijn schilderijen haal ik mijn inspiratie uit de allerdaagse dingen die me raken. Hierdoor variëren mijn onderwerpen sterk.
Enkele voorbeelden van onderwerpen van mijn schilderijen zijn:

De ondergaande volle maan raakte me doordat alles er om heen nog zo donker was. De heldere maan met zijn gedetailleerde landschap was een groot contrast met de wereld er om heen, die nog zo donker was dat er bijna geen details te onderscheiden waren, alleen maar vage contouren.

Ik schilder ook graag glas, vooral een klein blauw vaasje die ik heb. Elke keer als daar het zonlicht opvalt, ziet het er anders uit, reflecteert het anders. Zoals je ook kan zien in de volgende 2 schilderijen “Glas” en “Reflections”.


Ook heb ik een aantal gebouwen geschilderd, die een speciale betekenis hebben binnen de familie.
Om deze schilderijen te kunnen maken, ben ik eerst oude foto’s gaan zoeken die gemaakt waren in de periode tussen 1950 en 1965.

Ook nam ik een aantal foto’s van de huidige situatie.
Daarnaast luisterde ik naar de verhalen waarin deze gebouwen een rol speelden om op die manier informatie te krijgen over dingen die er nu niet meer zijn.




Van hieruit begon ik een 1e schets op te zetten en werkte deze uit tot het uiteindelijke resultaat.


 
 
 
 
   





Afhankelijk van het soort schilderij dat ik maak, gebruik ik verschillende soorten pastel, die variëren in hardheid:
· Toison D’ore” van Koh-I-Noor Hardmuth, is een hard pastel;
· “Soft Pastels” van Rembrandt, zijn een medium zacht pastel;
· The pastels van Schmincke, die ook zo heten, zijn het zachtst en hebben het meeste pigment van de pastels die ik heb. Ik gebruik ze meestal in een later stadium van het schilderij.
· Voor details gebruik ik onder andere pastel potloden van “Van Gogh”.

Voor het mengen van de kleuren gebruik ik mijn vingers of een groter gedeelte van mijn hand. Om kleuren op elkaar “aan te laten sluiten” maak ik gebruik van kwasten met een siliconen tip: “Color all carver”en duw als het ware het pigment/kleur naar elkaar toe.
Deze kwasten kunnen ook heel goed gebruikt worden om kleine hoeveelheden kleur aan te brengen voor details. Hiervoor breng je eerst de pastel aan op de kwast en met de kwast breng je het weer aan op het papier. Je moet hierbij wel veel geduld hebben!
Om kleuren te laten vervagen gebruik ik een normale verfkwast en strijk hiermee heel zacht over het schilderij.

Ik werk het liefst op gekleurd papier zoals MI-Teintes Canson 160gram. Ik kies de kleur zo dat dit de sfeer van het eind resultaat complimenteert.
Meestal werk ik ook op de “ruwe” zijde van het papier, die een soort honigraat-structuur heeft, waardoor je meer lagen pastel kunt aanbrengen.
Tot slot bespuit ik het schilderij met fixatief om het een 1e bescherming te geven. Soms spray ik al fixatief over het schilderij als ik het nog aan het maken ben en werk hier weer overheen verder.

Ik lijst het schilderij in achter glas en afhankelijk van het soort onderwerp gebruik ik wel of niet een passe-partout. Gebruik altijd echt glas en geen kunststof, omdat dit laatste statisch is. De pastel “verhuist” dan naar het kunststof!

Boven alles is het werken met pastel puur plezier! Daarnaast geeft het me een goed gevoel om te zien hoe andere mensen ervan genieten om elke dag bij hen thuis naar mijn schilderijen te kijken. Een groter compliment kun je toch zeker niet krijgen?

Ik werk eraan om mijn schilderijen tentoon te stellen in een expositie en op die manier een breder publiek kennis te laten maken met mijn werk.
Hopelijk verkoop ik er ook nog een paar.
Nieuwsgierig geworden? Neem dan een kijkje op mijn website www.double-d-art.blogspot.com

Lees het Engelstalige artikel in de Pastel Scribbler van february 2010:
http://pastelnews.com/2010/02/newsletter-the-pastel-scribbler-feb-2010/



Ga hierin naar: Meet the artist with Désirée Dekkers


.